Contact 0223 660 387     Find us on Facebook

 

2016 - Vliegen in Nieuw Zeeland

Ed Eelman

Whakatane – Bay of Plenty

Vorig jaar kon ik nog pretenderen dat ik helemaal ‘novice’ was, ditmaal moest ik toch wel enige kennis van vliegen meebrengen als je trots je ‘microlight licence’ toont.
Besloten werd om ditmaal niet te vliegen in Auckland of de volgende bestemming Wiritoa, maar op de bekende plek Whakatane (spreek uit ‘Fakatani’) te beginnen. Mijn instructeur
van vorig jaar – Peter- heette me van harte welkom en liet trots zijn nieuwe aanwinst – een Cirrus SR22 zien. Nog geen half uur later rolde we de kist de hanger uit en met voldoende
fuel aan boord en Peter in de co-pilot seat en mijn vrouw achterin waren we onderweg naar Rotorua. De voorbereiding voor de trip was natuurlijk belachelijk. Een compleet nieuwe en
behoorlijk zwaardere kist voor me, het Skydemon programma wat je geen frequenties geeft op belangrijke plaatsen en die ook nog eens belangrijke geografische punten niet op de kaart
heeft. Mijn desillusie tot uiting gebracht en kreeg als antwoord “we concentreren ons op de Europese markt”. Fair enough, maar je kan toch wel de frequenties in de kaart zetten....nou
nee dus. Dus half op de Ipad en half op de goede ouderwetse kaart op pad. De Cirrus zat in no time op downwind te Rotorua right hand circuit en climb out left na touch
en go. Vervolgens de koers pal zuid gezet naar Mt. Ruapehu. Een vulkaan die een paar jaar geleden nog van zich deed gelden doordat de modderstroom een gedeelte van de spoorlijn
verplaatste. De top ligt net onder de 10.000 voet. Prachtig uitzicht op dit hoogste topje van het noordeiland.

vliegen NZ 2016_1.jpgDe rest van de in totaal 9 uur vliegen bracht ik door met me bekend te maken op de Bristell die ik vorig jaar ook vloog en een Sportcruiser. Het mooie van circuit
vliegen in NZ is dat de touch en go’s in de prijs inbegrepen zijn. De vliegschool betaalt één prijs per jaar en daarna ga je je gang maar....hadden we dat
maar in Nederland.
Omdat het Whakatane vliegveld net achter de duinen aan zee ligt en er voornamelijk dwarswind met 12-15 knopen staat is het een prima baan om flink je crosswind te oefenen.
Niet alleen heb je de crosswind, maar de duinen zorgen ervoor dat de landing gepaard gaat met flink wat turbulentie.
Zeven of meer touch en go’s per uur....no problem.
Tussendoor ook een ritje naar Rotorua gemaakt met de Sportcruiser en de verkeersleiding daar gek gemaakt met een aantal t&g’s. Trouwens hij kreeg mij ook een beetje verloren naar
Peter kijkent met een blik van “wat bedoelt die vent in hemelsnaam”. In Nederland moet je naar “Alpha” of meld je je bij “Bravo etc”. Nee hier krijg je te horen dat de approach via
Papamoa one sector is en you climb out via Matakana sector. Even goed voorbereiden is noodzakelijk en dan nog is het soms even navragen aangezien de Maori geschreven taal
accenten heeft die de naam een andere klank geven.

vliegen NZ 2016_2.jpgDe laatste tocht naar Tauranga en daar de CTR even testen. Landen op het gras parallel aan de verharde baan en gelijk door naar Rotorua om de CTR te kruizen naar een grasbaantje
genaamd “Galatea”. Onderweg onder het wolkendek blijven die rond de 2200 voet lag, om een heuveltje vliegen die zijn top dik in de wolken had en een gebied van verplicht melden doorkruizen.

Galatea had ik de vorige dag met mijn vrouw bezocht. Stelt geen biet voor. Een gemaaid baantje, paar bomen net voor de landing en tijdens het opstijgen een paar hoge bomen die gelukkig net niet voor je neus staan,
maar wel een paar flinke klappen uitdelen omdat de wind daar tussendoor jaagt.
In Whakatane heb ik op drie verschillende toestellen gevlogen, twee ervan solo en flink de dwarswind landingen geoefend.

Kaitaia – in het hoge noorden

Na een jaar afwezigheid was het een warm welkom terug in Kaitaia. Het vliegclubje is een kleine, maar hechte groep mensen die je erg welkom heten. Jim (instructeur) had het bier al koud staan en we gingen vlot door de paperassen die ik tegenwoordig mee moet nemen. Het plan voor de volgende dag vliegen was snel gemaakt. Een oude vriend van de groep was binnen gerold en al spoedig vulde de sterke verhalen over vroeger, het clubhuis. Van een betweter die zonder zich te bekommeren om een gedegen pre-flight check het luchtruim in was gedoken om er te laat achter te komen dat zelfs een vliegtuig benzine nodig heeft en dientengevolge een noodlanding moest maken op een verlaten stuk strand en nadien uren door de jungle moest lopen om hulp te krijgen. Of een oproep van het lokale ziekenhuis om een doodziek kind urgent naar Auckland te brengen terwijl zelfs de ratten thuis bleven omdat het weer bar en boos was. Die rit was zo inspannend (geen GPS) dat de piloot op het vliegveld van Auckland in elkaar zakte en ook opgelapt moest worden.
Gedurende de terugweg werden ze na 10 minuten vliegen verordonneerd door de toren om terug te keren naar Auckland terwijl het vliegveld verderop goed weer doorgaf. De piloot was zo woest op de verkeersleider dat hij na de landing de toren binnenstormde om zijn zegje te doen.
Gezellig en nuttig al die verhalen, maar ik kwam om te vliegen, dus de volgende dag met Jim een ritje naar Ahipara, steile bochten en stall eerst zonder, maar daarna met full flaps. Dat laatste had ik nog nooit gedaan en het duurde erg
lang voordat de stall kwam en daarbij de rechtervleugel flink dipte. Corrigeren met het roer en we vlogen weer. Wat touch en go’s en tijd voor een bakkie “koffie” met liefde klaar gemaakt.

Golfbaan Ahipara

Twee dagen daarna stond Cape Reinga op het programma. Dat is heen en terug bijna 1 ½ uur vliegen. Het weer was goed, behalve wat cumulus
aan de oostkant van het schiereiland wat een beetje te laag hing, maar ik kon altijd nog via de westkant terugkomen indien nodig. Het is simpel navigeren. Gewoon de kust maar volgen
van 90 miles beach en zodra het land ophoudt is het tijd om de terugweg in te slaan. Heerlijk vliegen op 1000 voet en bij de kaap iets hoger ivm de heuvels. Een enkel
vliegtuig met toeristen nabij in de lucht, maar verder niks. De bewolking was ook iets opgetrokken en zodoende kon ik op 800-900 voet via de oostkant terug. Jim meldde via
de radio dat landen op 12 ok zou zijn en de Tecnam werd netjes aan de grond gezet. Machtig mooie tocht.

De zandduinen net voor Cape Reinga

Na weer een dag golfen was het tijd om de Tecnam eens mee uit te nemen voor een lange tocht. Dargaville geeft elke zaterdag een prima lunch en dat weten de vliegeniers. Er is wat om naar toe te vliegen. Met Jim had ik dit al enige tijd van tevoren afgesproken en gelukkig is het weer niet zo vervelend als in ons kikkerlandje. We gingen voor 2 uur vliegen weg, en eerst naar Whangarei en daarna naar Dargaville. Ik zeg “we” omdat ik Jim uitgenodigd had om mee te gaan als passagier. Hij is een vliegenier in hart en nieren en van dat soort kan je nog veel leren. Onderweg wees hij wel 10 lokale stripjes aan vanwaar hij vroeger met ladingen kunstmest de landerijen bewerkte. De afspraak was om zonder “Skydemon” of
dergelijke te navigeren en dat ging prima, vooral als je een goede voorbereiding gedaan hebt. Ik had de tocht praktisch helemaal in mijn hoofd gezet. Het weer gecontroleerd. Wat Cu en een gierende jetstream op grote hoogte. Notams nagekeken en de W&B. 70 Liters in de wings om onbezorgd rond te toeren. Na het opstijgen gelijk naar 2800 voet om over de heuvel voor ons te komen. Daarna zakken naar 1800 voet om onder de wolken te blijven. Whangarei kwam in zicht en besloot op 06 te
landen via long final. Kist geparkeerd en een lekker bakkie koffie gehaald. De terugweg naar het vliegtuig moest even via een dichte deur die open werd gedaan door een vriendelijke
dame nadat ik mijn plastic pilot licence van NZ had getoond. Landen op Dargaville werd op 04 met de oostelijke wind. Vorig jaar landde ik op de grasbaan parallel aan de gravel baan, maar de gravel is een prachtige uitdaging van 12 meter breed en
dat werd met prima resultaat gedaan. Tijdens het parkeren zag ik de Tecnam 2008 waarmee ik vorig jaar vloog. John – de eigenaar – was ook aanwezig met een Nederlander uit Hoogeveen. Er was dus voldoende om bij te kletsen en te genieten van de prima lunch. Jim kwam een oude schoolmaat tegen van 50 jaar geleden, dus het werd 2 uur aan de grond ipv 1 uur. Daarna leek het kleine vliegveldje wel op Schiphol met een stuk of 5 toestellen in de rij om weg te vliegen.
Geen hoge vlucht over de bergen naar Kaitaia, maar op 1000 voet door de heuvels van vallei naar vallei. Jim honderduit pratend waar hij allemaal van heuvelrugjes had gevlogen. Als ik het zo bekeek leek het mij allemaal prima voor een noodlanding, maar verder niks. Dat hij nog leeft! 
Het bleek een goede oefening om een laag wolkendek te stimuleren zodat je je weg maar moest zien te vinden door via al die valleien te gaan. Van rechtuit vliegen is geen sprake meer, dus moet je je gemiddelde koers en afstand
bijhouden. Dat het een bumpie vlucht werd neem je dan maar op de koop toe. In Hokianga inham het laagvlieg gedeelte opgezocht en op 200 voet een toertje gemaakt om vervolgens uit te klimmen naar 2500 voet over de bergkam naar
Kaitaia. Machtig mooie tocht en weer intens genoten. 

Indruk van gevlogen route. De vallei route had echter heel wat meer bochten dan hier op de map aangegeven.

Na een paar dagen dat een tropische depressie roet in de vliegvreugde gooide, klaarde het op en belde ik Jim. “Weather here ok mate, how does it looks on your end”. Bleek ook goed te zijn doch tijdens het rijden naar Kaitaia zag ik een regenfront en dat kwam naderbij. Jim mee als passagier en ik wilde de ILS approach met “Skydemon” wel eens proberen. Jim stuurde en ik navigeerde. Inderdaad spot on the dot wat betreft oplijnen, maar ondanks dat ze zeggen dat ze de glide slope
geven tot 500 voet boven AGL, stopte die al op ongeveer 800 voet AGL. Vervolgens een heerlijke tocht naar Hokianga harbour gemaakt en laag over en tussen de heuvels.
Jim kletste als vanouds weer honderd uit over al die cropdusting vliegveldjes. Volgens hem zijn er wel honderd in het hoge noorden van NZ. Er was er een bij die leek wel tegen de heuvel aangeplakt. Hij verdiende in “the good old days” 100.000 dollars hiermee. Het regenfront kwam heel dicht bij het vliegveld. De terugweg was nog nauwelijks open om VFR te landen, maar met de Skydemon is het gewoon een fluitje van een cent om voor de juiste
baan op te lijnen en is het heerlijk vliegen vooral als je geen enkel ander verkeer om je heen hebt.

Zaterdag 20 februari, mooi weer met wat cumulus wolken. We zijn ingepakt in Ahipara en onderweg, 2 uur rijden, naar Pahia. De afslag naar het vliegveld Kaitaia genomen. Jim gebeld,
maar die zat met een inbreker probleem en had de politie over de vloer. Ik kon mijn gang gaan en een half uur later had ik de Tecnam gereed voor een tocht naar Kauri Cliff. Dat is de
mooiste golfbaan van NZ. Rustig op 1000 voet langs de kust en op 1500 voet weer terug op een meer directe route. Ditmaal gebruikte ik het “Ozrunways” programma aangezien het
veel betere informatie geeft over frequenties, plaatsnamen en de vliegveld platen. Na een uurtje weer terug, Vliegtuig in de hangar, alle papieren in orde gemaakt, betaald via
internet en alles afgesloten. Jim gebeld en good-bye, maar vanuit Kerikeri ga ik hen natuurlijk wel even opzoeken.

De map van Ozrunways met het gevlogen trajectKauri Cliff, de mooiste golfbaan van NZ